Recent verscheen het tweede EAT-Lancet-rapport, dat een toekomstbeeld schetst van hoe we tegen 2050 tien miljard mensen kunnen voeden zonder onze planeet te overbelasten. In dat aanbevolen dieet is er plaats voor zuivel: gemiddeld 250 gram melk per dag. Toch blijkt uit de laatste Voedselconsumptiepeiling dat de Belg daar ver onder blijft, met slechts 151 gram zuivel per dag. De Hoge Gezondheidsraad stelt in haar aanbevelingen — die rekening houden met onze lokale voedingsgewoonten — 250 tot 500 gram zuivel per dag voorop. Maar liefst 88% van de Belgen haalt de minimale aanbevolen hoeveelheid niet.
Daarnaast leggen zowel het EAT-Lancet-rapport als de Belgische aanbevelingen de nadruk op gezondheid én duurzaamheid. En telkens opnieuw blijkt voor zuivel een belangrijke plaats weggelegd in toekomstbestendige voedingspatronen: rijk aan essentiële voedingsstoffen, met in verhouding tot deze nutriëntrijkdom een eerder beperkte klimaatimpact. Daarom pleit BCZ er voor om gezondheid en duurzaamheid steeds samen te beoordelen.
Dimensies van voeding
Het begrip “duurzame voeding” omslaat vele facetten. Volgens de FAO moet een duurzaam voedingspatroon niet alleen milieuvriendelijk zijn, maar ook bijdragen aan de nutritionele kwaliteit en gezondheid, biodiversiteit, betaalbaarheid en culturele aanvaardbaarheid. Toch wordt de discussie over voeding vaak eng gevoerd: het gaat óf over gezondheid, óf over klimaatimpact. In werkelijkheid zijn die twee onlosmakelijk met elkaar verbonden. Want een voedingspatroon is pas duurzaam als het ook gezond is - niet het ene ten koste van het andere.
Erkenning voor duurzamere Belgische zuivel
Om de klimaatimpact van voeding te beoordelen, gebruiken onderzoekers een Life Cycle Analysis (LCA) — voor zuivel brengt die de impact in kaart van koe tot winkel, inclusief voer, transport en verpakking. Het verschil in LCA-score van hetzelfde product kan te wijten zijn aan uiteenlopende parameters, gaande van productiewijze of efficiëntie van productie tot o.a. transport en bewaarcondities. Zo hebben verse boontjes uit volle grond in Nederland een véél lagere klimaatimpact dan dezelfde boontjes uit Kenia, voornamelijk door de grote impact van transport (zie figuur). Ook voor zuivel zijn er grote verschillen te vinden in LCA-waarden. Onderzoek van Klimrek toont dat de klimaatimpact van Belgische melk gezien aanzienlijk lager ligt dan het wereldgemiddelde, dit voornamelijk omwille van de zeer efficiënte productie hier bij ons. Net daarom is het belangrijk om specifieke data te gebruiken in duurzaamheidsberekeningen op lokaal niveau. Gemiddelde internationale data gebruik zou - in het geval van zuivel - leiden tot een sterke overschatting van de klimaatimpact van onze lokale melk.

Bron: Broekema, R., & Blonk, H. (2010). Milieueffecten van sperziebonen en spinazie: Een vergelijking tussen vers, conserven en diepvries: vanaf de teelt tot op het bord.

Bron: ILVO-opzoekingen in Databank Agrifootprint 6.0 & Klimrekproject 2023
Voeding is pas duurzaam als het ook gezond is
De evaluatie van de klimaatimpact per kilogram product kan leiden tot een vertekend beeld, zo lichtte professor Thom Hyppertz (University College Cork) recent nog toe. Louter op basis van de uitstoot lijkt een glas bier of cola beter te scoren in duurzaamheid dan melk. Maar wat is dan de relevantie van de voedingswaarde?

Bron: Presentatie Thom Huppertz 01/10/2025 voor EMF met data van RIVM
(https://www.rivm.nl/voedsel-en-voeding/duurzaam-voedsel/database-milieubelasting-voedingsmiddelen
Daarom pleiten experts, zoals Thom Huppertz, voor een bredere benadering: het combineren van klimaatimpact met nutritionele waarde (nutrient profiling) en niet langer “per kg product”, zoals nu vaak het geval nog is. Deze methode heet nLCA (nutritional Life Cycle Assessment). Een recente wetenschappelijke publicatie stelt dat deze methode een meer evidence-based beoordeling en discussie mogelijk maakt voor bijvoorbeeld beleidsmakers op het gebied van gezonde en duurzame voeding.
Zuivel in balans
Het is duidelijk dat het beoordelen van voedingspatroon vraagt een evenwichtige benadering waarin gezondheid en duurzaamheid samen worden bekeken en op basis van objectieve, lokale data. Als dit principe wordt meegenomen, zoals in recente aanbevelingen en studies, blijkt dat zuivel een mooie balans biedt tussen voedingswaarde en klimaatimpact en zo de rol die zuivel kan spelen in een duurzaam én gezond voedingspatroon steeds opnieuw bevestigd wordt. Het is een waardevolle bron van voedingsstoffen met een relatief lage klimaatimpact — een interessante combinatie als we in de toekomst 10 miljard mensen moeten voeden binnen de grenzen van onze planeet.