In haar regeerakkoord erkent de Federale Regering de landbouwsector als strategische sector voor de Belgische economie. Op regionaal niveau benadrukken zowel de Vlaamse als Waalse regering het belang van een sterk industriebeleid om het concurrentievermogen van lokale verwerkers te vrijwaren. BCZ juicht deze positieve signalen voor zowel landbouw als zuivelverwerkers toe, maar blijft ook bezorgd. Volgen er voldoende daden op de verschillende beleidsniveaus, of wordt de regelgevende druk op de melkveehouders onhoudbaar en volgt woelig water voor de zuivelverwerkers? Want de zuivelsector staat onder druk: met 34 miljoen liter minder melk in 2024 dan het jaar ervoor lijkt de piek in productie achter ons te liggen. Deze volumedaling vermindert de efficiëntie van de zuivelverwerkers, en zet daarmee hun rendabiliteit onder druk. Er staat veel op het spel voor de zuivelindustrie met 7 miljard euro omzet en meer dan 6000 jobs. Om de toekomst van onze lokaal verankerde, veilige en duurzame productie van zuivelproducten boordevol nutriënten te verzekeren, is meer nodig dan goede intenties.
Boerenjaren voor de melkveehouderij
De afgelopen jaren waren gunstig voor de melkveehouders. Al sinds het einde van 2021 kleuren de economische barometers van de melkveehouderij – op een korte periode in 2023 na – donkergroen. Dat is met name te danken aan de hoge melkprijs, die gestuwd werd door een sterke wereldwijde vraag. Fluctuaties zijn eigen aan de melkprijs, die onderhevig is aan tal van factoren waaronder het sentiment op internationale markten. Betere jaren worden door melkveehouders benut om buffers in te bouwen voor moeilijkere periodes. De voorbije jaren behoorden tot de meest rendabele ooit, en boden melkveehouders de kans om zich beter te wapenen voor de toekomst.
Boer zkt. opvolger
Toch heeft deze economische meewind de daling van het aantal melkveehouders niet kunnen afremmen. Al decennialang verdwijnt jaarlijks zo’n 3,5% van de melkveebedrijven in België, zie BCZ jaarverslag. Ook in 2024 stopten opnieuw 244 melkveehouders (4,1%), waardoor er in december nog slechts 5640 overbleven, waarvan 3358 in Vlaanderen en 2282 in Wallonië. Bovendien stijgt de gemiddelde leeftijd van de melkveehouders razendsnel (55% van de bedrijven wordt geleid door een 55-plusser) en opvolging voorzien is een haast onmogelijke uitdaging (88% van de 50-plussers heeft geen opvolging).
Belangrijkste oorzaken zijn de grote administratieve druk en de juridische onzekerheid die voortvloeien uit het huidige milieubeleid, zoals bijvoorbeeld het stikstofdossier. Ook de moeilijke toegang tot landbouwgrond leidt tot grote onzekerheid. Op zich is een daling in het aantal melkveebedrijven geen nieuw fenomeen, maar problematisch wordt het wanneer de blijvers door strenge regelgeving en juridische onzekerheid nauwelijks ruimte krijgen om te ondernemen en marktkansen te benutten.
Minder melk…
Dit heeft gevolgen voor de grootte van de totale melkplas, die onder druk komt te staan. Sinds de afschaffing van de quota steeg het volume jaar na jaar (m.u.v. 2021), en over de afgelopen 30 jaar namen de melkleveringen met meer dan de helft toe. Maar in 2023 werd met 4.384 miljoen liter wellicht de piek bereikt. In 2024 zakte het volume melk met 34 miljoen liter naar 4.350 miljoen liter (hier vind je een overzicht van de nationale en regionale leveringen), en gezien de huidige uitdagingen lijkt een verdere daling onvermijdelijk.
…meer onzekerheid voor zuivelverwerkers
Zuivelverwerkers hebben de afgelopen jaren investeringen gedaan om de stijgende volumes melk in hun productiefaciliteiten te kunnen verwerken. Een afname van het volume zet echter druk op de zuivelverwerkers. Door een lagere rendabiliteit dreigen ze hun concurrentiekracht op internationale markten te verliezen, wat kan leiden tot het wegvallen van afzetmarkten. De netto marge van de zuivelindustrie daalde de afgelopen jaren steeds verder, in 2022 zelfs tot slechts 1,03%. Nochtans zijn verdere investeringen broodnodig voor de verdere verduurzaming van de sector.
De beschikbaarheid van voldoende melk is dus een grote zorg van BCZ. Met 7 miljard euro omzet en meer dan 6000 jobs in de zuivelindustrie staat er dan ook veel op het spel.
Daarnaast toonde het Vlaamse landbouwrapport van 2020 aan dat de zuivelproductie maar nauwelijks zelfvoorzienend is. In een tijd van geopolitieke onzekerheid lijkt het cruciaal om niet afhankelijk te worden van buitenlandse aanvoer voor basisvoedingsproducten zoals melk en zuivel.
Geef melkveehouders én zuivelverwerkers perspectief!
Daarom roept BCZ zowel het regionale als federale beleid op om de landbouw – en bij uitbreiding de verwerkende industrie – niet alleen op papier als strategisch te erkennen, maar ook in de praktijk. Want melkveehouderij en zuivelindustrie zijn communicerende vaten, en beide hebben dringend nood aan coherent, rechtszekerheid en ambitieus lange termijnbeleid: een beleid met de nodige focus op competitiviteit, en dat milieu- en klimaatuitdagingen vanuit een holistische visie aanpakt. Alleen zo blijft de toekomst van de hele Belgische zuivelsector verzekerd. BCZ staat alvast klaar om samen met de overheden en de partners in de keten verder te werken aan het juiste kader om het potentieel van onze sector ten volle te benutten.