Al in 2019 werd het voedselkeuzelogo Nutri-Score geïntroduceerd in België. Het doel is eenvoudig: de consument helpen gezondere keuzes te maken binnen een voedingscategorie. Maar slaagt de Nutri-Score wel in haar opzet? Wat zuivel betreft helaas niet – de scores zijn niet in lijn met de voedingsaanbevelingen en leggen te weinig nuance in de beoordeling van zuivelproducten. Zolang het schema geen rekening houdt met de haar basisprincipes, zal BCZ zich blijven verzetten tegen een Europees verplichte Nutri-Score.
Wat moet de consument geloven?
In België beveelt de Hoge Gezondheidsraad een dagelijkse consumptie van 250-500ml zuivel of zuivelproducten aan. De Nutri- Score houdt hier echter onvoldoende rekening mee, en kent verschillende zuivelproducten onterecht “slechte” scores toe. Zo krijgt volle melk bijvoorbeeld Nutri-Score C, en scoren (gefermenteerde) melkdranken voornamelijk E en D. Van de kazen krijgt ongeveer 80% een D. Voor deze categorie wordt dus niet alleen de nutritionele rijkdom van kazen slecht weerspiegeld, bovendien schiet de Nutri-Score voor deze productgroep aan haar basisdoel voorbij. De consument kan namelijk niet kiezen voor de gezondere keuze binnen de categorie kazen, ondanks zeer sterk variërende gehaltes aan onder meer verzadigde vetten en zout.
BCZ heeft daarom basisprincipes opgesteld waaraan een effectief en geloofwaardig voedselkeuzelogo moet voldoen. Naast vrijwillige toepassing, wetenschappelijke onderbouwing, transparante communicatie en Europese harmonisatie, is misschien wel de belangrijkste vereiste dat het logo in lijn moet zijn met de nationale voedingsaanbevelingen.
De huidige tegenstrijdigheid tussen de Nutri-Score en de voedingsaanbevelingen kan immers verwarring veroorzaken bij de consument. Dit kan niet alleen het vertrouwen in het Nutri-Score systeem zelf schaden, maar ook in de voedingsaanbevelingen en de Hoge Gezondheidsraad.
Zuivel: meer dan de som van haar nutriënten
De kern van de tegenstrijdigheid tussen de Nutri-Score en de voedingsaanbevelingen ligt in de beperkte focus van het Nutri-Score-algoritme. Het beoordeelt een product uitsluitend op basis van de aanwezigheid van individuele voedingsstoffen, zoals verzadigd vet, zout en suiker. Hiermee negeert het schema het zogenaamde matrix-effect, dat stelt dat de gezondheidseffecten van voedingsmiddelen niet los gezien kunnen worden van hun fysieke structuur en complexe samenstelling. Melk bevat immers meer dan 2.000 bestanddelen, waarvan 400 vetzuren, met een complexe structuur. De invloed van melk(producten) op de gezondheid kan dus niet zomaar worden herleid tot de invloed van alle voedingsstoffen die het bevat. Een concreet voorbeeld hiervan is kaas: ondanks wat het cholesterolgehalte en de verzadigde vetzuren doen vermoeden, is kaas niet noodzakelijk een risicofactor voor cardiovasculaire aandoeningen.
BCZ pleit tegen een Europese Nutri-Score
Hoewel de Nutri-Score al relatief breed is uitgerold op Europees niveau, is het logo zeker niet overal succesvol. Enerzijds werd de Nutri-Score naast Frankrijk en België de afgelopen jaren ook in Nederland, Duitsland, Spanje, Luxemburg en Zwitserland ingevoerd. Langs de andere kant gebruiken onder meer Italië en de Scandinavische landen alternatieve voedselkeuzelogo’s die ze beter vinden aansluiten bij hun voedingscultuur en -aanbevelingen. Bovendien werd het systeem in Portugal voordat het goed en wel was ingevoerd alweer teruggetrokken, en recent gaven verschillende voedingsproducenten en retailers aan te zullen stoppen met het gebruik van de Nutri-Score.
De vorige Europese Commissie had de ambitie een geharmoniseerd verplicht voedselkeuzelogo in te voeren, maar kwam omwille van de sterk uiteenlopende standpunten van de lidstaten uiteindelijk zelfs niet tot een voorstel. BCZ zal in de discussies die ongetwijfeld nog zullen volgen pal achter haar principes blijven staan. Een voedselkeuzelogo kan alleen breed worden aanvaard als het wetenschappelijk onderbouwd is en consistent is met de voedingsaanbevelingen. Zolang de Nutri-Score niet aan deze vereisten voldoet, zal BCZ zich blijven verzetten tegen een verplichte Europese invoering. Met deze aanpak wil BCZ zowel de belangen van de zuivelsector als de gezondheid van de consument beschermen, en pleiten voor een voedseletiket dat écht helpt bij het maken van gezondere keuzes.